informatie en zaaitips bloemenweiden

SOORTEN BLOEMENWEIDEN

 

Grofweg gesteld zijn er 2 soorten bloemenweiden:  bloemenweiden met éénjarige akkerbloemen en vaste bloemenweiden met meerjarige bloemen. Het verschil tussen beiden zit vooral in de soorten bloemen en het onderhoud.

Het Natuurpuntmengsel van de bloemenweide met éénjarige akkerbloemen voor bijen bestaat onder andere uit grote klaproos, echte kamille, reukloze kamille, korenbloem, gele ganzebloem, bolderik en rood vlas. Het is een bloemrijk mengsel dat vaak gebruikt wordt voor een verloren strookje, een stukje braakliggende grond of eventueel ter vervanging van een bloemenborder. Door een goed onderhoud zal je hier veel plezier aan hebben. 

De vaste bloemenweide met meerjarige bloemen bestaat  onder andere uit wilde margriet, knoopkruid, sint-janskruid, slangenkruid, muskuskaasjeskruid, zwarte toorts, agrimonie, beemdkroon,  teunisbloem, klaproos,  korenbloem, rood vlas en bernagie 

In het andere mengsel met meerjarig bloemen zit  onder meer knoopkruid, rode klaver, grote kaardenbol, slangenkruid, wilde margriet, gewone brunel, veldsalie, goudsbloem, luzerne en witte honingklaver. 

De zadenmengsels voor vlinders bestaan zowel uit nectar houdende planten als uit waardplanten. Waardplanten zijn planten waarop vlinders hun eitjes kunnen afzetten. Dit is meestal de plant waarvan de rups leeft, zodra die uit het ei is gekropen. Dit wetende is het dus aangewezen om een gedeelte van de bloemenweide NIET te maaien zodat enkele waardplanten hun functie kunnen vervullen tijdens de winter. Sommige vlindersoorten zijn zeer kieskeurig, het verdwijnen van een enkele plantensoort kan betekenen dat een vlindersoort ten ondergaat. 

Welke bloemen in jouw tuin zullen groeien hangt af van de grondsoort en de aanwezige voedselrijkdom. Het Natuurpuntmengsel is zo samengesteld dat je op elke grondsoort een bevredigend resultaat krijgt. Maar er bestaat nooit zekerheid of alle soorten zullen ontkiemen of blijven bestaan. Het stuk grond en de omgeving bepalen uiteindelijk welke soorten behouden blijven. Omdat een vaste meerjarige bloemenweide het eerste jaar niet zoveel bloei geeft, hebben we in ons mengsel wat akkerbloemen gemengd. 

 

AANLEG VAN EEN BLOEMENWEIDE

 

Het voorbereiden van de bodem.

 

Als er nog gras of onkruid staat op de plaats waar je wil zaaien, zijn er verschillende manieren om de grond zaaiklaar te maken;

1.       Lange tijd vooraf de grond afdekken met dikke karton waarop je een tiental cm. houtsnippers legt. De ongewenste planten verstikken eronder. Voor het zaaien, haal je de snippers en karton weg. De aarde is vrijwel volledig proper en kan ingezaaid worden.

2.       Het perceel spitten en de ongewenste planten diep in de grond graven. Deze werkwijze is vrij arbeidsintensief voor grote oppervlakten.

3.       Het perceel frezen en de ongewenste planten in de grond frezen. Dit gaat vrij snel en kan voor grote oppervlakten een goede methode zijn. De ongewenste planten kunnen echter wel snel terug in de bloemenweide voorkomen.

4.       Afsnijden van de vegetatie. Hierbij wordt er gebruikgemaakt van een machine dewelke de bestaande vegetatielaag ondergronds afsnijd. Deze laag wordt verwijderd en men bekomt een zuiver zaaibed. Hierin kan men de bloemenweide inzaaien en de kiemplanten hebben nauwelijks last van concurrentie.

TIP: een graszodensnijder is te huur in de meeste verhuurcentra.

Bloemenweides geven de beste resultaten op bodems die niet of nauwelijks bemest zijn. 

Het inzaaien van beide bloemenweides doe je best eind maart/begin april, als het niet meer vriest. Het mengsel dun inzaaien (bijvoorbeeld door het zaad voorzichtig tussen duim en wijsvinger te verspreiden).  Hierdoor krijg je stevige en gezonde planten. 

TIP: Meng het zaad met wat droog wit zand, hierdoor wordt het gemakkelijker om dun in te zaaien, wordt het zaad gelijkmatiger verdeeld én je ziet goed waar je al gezaaid hebt. Na het zaaien de zaadjes lichtjes inharken en daarna de grond aanrollen of aandrukken.

Na enkele weken verschijnen de eerste bloemen en die zullen je blijven verrassen tot de herfst. De beste uitgangssituatie is een perceeltje in de volle zon. 

ONDERHOUD VAN EEN BLOEMENWEIDE

 

Maaien

Het maaien van beide bloemenweides gebeurt met een zeis of een bosmaaier. Laat het maaisel een weekje liggen, zodat de zaadjes eruit kunnen vallen. Keer het maaisel gedurende deze week (hooien) en verwijder het dan. Een paard of koe in de buurt eet dit hooi heel graag voor je op, maar dit hooi kan ook goed gecomposteerd worden. 
OPGELET: maaisel van het akkerbloemenmengsel voer je best niet aan vee; sommige soorten zoals bolderik zijn giftig voor het vee.
 

Voor de éénjarige akkerbloemen maai je één keer in de herfst. 

De meerjarige bloemen maai je twee keer per jaar, begin juli en half september. Maai de bloemenweide met meerjarige bloemen niet te kort af  (7 à 10 cm) zodanig dat je de rozetten van de planten niet beschadigd.

 

Extra onderhoud voor bloemenweide met éénjarige soorten

Enkel bij het mengsel met akkerbloemen moet je in het najaar of het voorjaar (maart/april) de grond ook oppervlakkig verstoren door te harken of te gritselen. Het eerste en het tweede jaar wordt bijzaaien aangeraden. Daarna zit er normaal gezien voldoende zaadvoorraad in de aarde, maar je moet wel elk jaar opnieuw de grond in lichte mate verstoren (harken).