De beuk is een uitstekende haagplant die vaak voorkomt in kasteelparken en tuinen. Kenmerkend voor de beuk als haag zijn de bruine bladeren die blijven hangen in de winter. In het voorjaar loopt de beuk pas in mei uit met frisgroene bladeren.
In de herfst kleuren de bladeren prachtig oranjegeel tot roodbruin.
Bodem: de beuk vraagt een humusrijke leemgrond of zandleemgrond. Natte gronden zijn niet geschikt voor een haag van beuken.
Beuk als boom: bij niet snoeien verkrijgen we een mooie boom, die tot 25 meter hoog kan worden. De brede kroon van een volwassen beuk zorgt voor heel wat schaduw. De gladde lichtgrijze schors is kenmerkend voor de beuk. Op latere leeftijd komen er beukennootjes, een lekkernij voor vinken en andere zaadeters.
Opmerking: Zorg er bij de beuk steeds voor dat de takken bedekt zijn met bladeren. Een beuk fors snoeien is gevaarlijk. Te felle zon op de takken leidt tot verbranding.